woensdag 7 november 2012

Inno-natieve Afrikaanse bouwtechnologie

Michiel Smits benadrukte in het college over Kenia de verschillende problemen waar hij tegen aan liep met betrekking tot het bouwen in Afrika. Kenia is een groot land, met verschillende klimaten, verschillende omgevingen en achtergronden. Afrikanen leven in het algemeen buiten, dus een algehele binnenruimte is nauwelijks noodzakelijk. Het binnenland van Kenia kent kleinschalige windstromingen vanuit de bergen en hoogvlakten, waar het positioneren van de openingen in de juiste windrichting veel verschil maakt.
De directe natuur heeft verder invloed op de bouwmaterialen die uit de omgeving wordt gehaald.
Deze aspecten wekte mijn interesse in hoofdstuk 9, Inno-natieve Afrikaanse bouwtechnologie uit het tweede deel van het boek Moderne architectuur in Afrika door Antoni Folkers.

In dit hoofdstuk wordt omschreven wat de culturele invloeden doet met Appropriate Technology.
Veel instituten uit Europa onderzochten alternatieve maar bruikbare technologische ontwikkelingen voor de locale bevolking van Afrika. Deze materialen waren ontwikkelingen uit hun eigen bouwcultuur, die verbeterd werden. Naar mate deze ontwikkelingen zich vorderde, stuitte men steeds meer op weerstand. Opmerkelijk is het voorbeeld van logiesgebouw uit de jaren '80, waar anno 2005 alleen maar een ruiine is overgebleven. Door te analyseren wat er de afgelopen jaar is gebeurd, kunnen we relativeren hoe er daadwerkelijk met deze invloeden is omgegaan.

Het grootste aandeel van deze technologieën zijn in Europa ontwikkelt voor de Afrikaanse bouw typologieën. Men realiseert dat hierin het grootste probleem zit, waardoor het niet aanslaat. Er is geen verbondenheid van het materiaal met de ontwikkeling, de omgeving en het gebruik daarvan.
Zelfs de traditionele leemtechniek paste niet in elke lokale cultuur en was deels een geïmporteerde techniek.
De Nederlandse bewering; "Wat een boer niet kent, dat eet hij niet"en is hierbij een heel toepasselijke uitdrukking. Technologieën als deze, moeten aangeleerd, promoot en ondersteund worden en dat gaat niet vanzelf. Dit was ook te zien bij het project Slum Upgrading. Wanneer dit niet op de goede manier wordt gedaan, zullen de nieuwe en vernieuwde technieken niet op generatie over gaan en raakt men eerder in frustratie in plaats van het feit dat het een goed aspect zal worden. Verder moesten de gebouwen simpel en aantrekkelijk zijn om te worden onderhouden. Wanneer een eenvoudige salaris wordt opgeschort, zal men dat niet meer aantrekkelijk, het huis raakt verwaarloosd, in verval en onbewoonbaar. De materialen zijn duur en uiteindelijk worden er onderdelen geroofd door anderen voor eigen gebruik. Of een ander voorbeeld, waarbij Centre Meteriaux wordt verbouwd tot Musée de la Musique en de ventilatieopeningen bij de verbouwing werden dichtgezet ten behoeve van de vernieuwde gevel en het klimaatsysteem werd ontregelt.
Men had gewoonweg de kennis van dit klimaatsysteem niet.

Lokale politiek en bureaucratie verboden daarnaast de toepassingen leem en riet uit brandpreventie en verstonden de nieuwe en verbeterde toepassingen hiervan niet.
Fabricage en kennisoverdracht vergt veel aandacht en controle, waar ook in geïnvesteerd moet worden.
Het is daarom vreemd om onderzoek te doen ten bate van Afrika en dat onder eigen omstandigheden in Europese tropische instituten te doen. Je stuit altijd op Lokale omstandigheden.

Door de lokale cultuur juist weer te beschouwen als niet geïnteresseerd in die kennis en vooruitgang, grijpt de Europeaan onbewust ook op het verleden. Modernisatie is een teken van vooruitgang en de moderne Afrikaan wil juist niet met armoede geassocieerd worden. De golfplaat is dus een teken van vooruitgang.
Verder is de golfplaat flexibel, duurzaam en vergt minder hout voor een dakconstructie.
Aan de andere kant ontdekt men juist, dat de golfplaat onveilig is en niet tegen de hitte of kou beschermt.
Door deze ontdekking pakt men weer terug op de traditionele parpaing en de tole.
De golfplaat was een makkelijke keuze en men werd verleidt door de Westerse invloeden.

Waar wij Europeanen heden ten dagen weer op zoek waren naar een rationele architectuur met waarde voor de bestaande Afrikaanse cultuur en traditie, verwerpen de Afrikanen juist deze authenticiteit weer.
Inmiddels hebben de Afrikanen een zodanige kennis van de Westerse cultuur gehad, dat zij zich daar ook weer interesseren. De Westerse maatschappij hebben een lange tijd de Afrikaanse cultuur en beschaving ontkend en wil die juist weer terug brengen. Al is het kunstmatig voor onze eigen toerisme.
Hierbij is de transculturalisme in gang gezet.

Omdat robuuste bouwwerken van beton, metselwerk en pleisterwerk de tand des tijds in Afrika overleefden, heerst de vraag of we daarmee terug naar het modernisme zouden moeten.
Hypermoderne gebouwen herrijzen inmiddels in de grote Afrikaanse steden als symbool voor vooruitgang in kennis en economische groei. Kenmerkend aan deze gebouwen zijn de skeletstructuren, veel glas en de repetitie met referentie naar het verleden.

Masao Miyoshi beschrijft de waarde van cultuur en identiteit als decoratief, maar herkent dit ook in de tijden van de Westerse modernisme. Uiteindelijk verstikt men in het modernistisch programma en ontstaat het Postmodernisme als reactie daarop. Er wordt uiteindelijk een balans tussen de moderne vormen en de culturele identiteit gevonden.
Vandaag de dag wordt deze identiteit gevonden in de creativiteit van de individuele Afrikaan. De informele bouw komt uit een probleem, de woningnood en de beschikbaarheid van materialen, en is een reactie daarop. Binnen deze ontplooiing van technische oplossingen, de armoede en uitzichtloosheid ontstaan deze nieuwe identiteiten als reactie. Binnen deze identiteiten staan de Afrikaanse familie cultuur centraal.
De woningen worden zodanig gebouwd, zodat de (plattelandse) familie cultuur zich verder ontplooid.

Als laatste probleem is de Afrikaanse ordening van de bouw. Vele bouwwerken worden lukraak in het wilde weg gebouwd. Om er overzicht op te kunnen houden, zullen er nieuwe infrastructuren aangebracht worden.
Deze infrastructuren verbeteren de veiligheid en de leefbaarheid van de omgeving. Deze verandering heeft bureaucratische problemen en problemen op verandering in gewoonten.
Gepaard met deze structuren, behoren nieuwe (ge)bouw structuren.
Langzamerhand gaat men sneller en slimmer bouwen aan de hand van systeembouw.


Conclusie
De Afrikaanse bouwcultuur is nog zoekende naar een eigen identiteit.
Deze identiteit komt uit de Westerse invloeden en de zoektocht naar hun eigen waarde.
De modernisme uit Europa is hierbij niet de oplossing, noch de traditionele Afrikaanse bouw.
Men streeft naar kennis en vooruitgang met een eigen identiteit, een nieuwe cultuur in de vorm van een "Afrikaans Postmodernisme".





donderdag 1 november 2012

Kenia

Afrika is het meest ingewikkelde continent. Dit continent is gigantisch groot en qua culturen heel divers.
Vaak wordt Afrika als een situatie beschouwd, wat eigenlijk niet op gaat. Net zoals de culturen is het continent qua klimaat net zo divers. Al deze factoren zijn belangrijk tot de benadering van deze bevolkingsgroepen.

We richtten ons dit keer op Kenia, een land in het Oosten van Afrika. In dit deel van Afrika gelden zich twee klimaten. In het oostelijk deel bevindt zich een tropisch klimaat en rond de evenaar is er een droog binnenlands klimaat. Nairobi is de hoofdstad van Kenia en is ergens in het zuiden tot het midden van het land gelegen. Nairobie kent twee moesson perioden, een kleine rond november/ december en de grote moesson van maart tot begin juni.

In de eerste film zien we hoe de middenstand van Nairobi tot stand komt om van afval werk te maken, "Trash is Cash". Doordat de Keniaan dicht bij de natuur staat, is men bewust van de vervuiling die ze achter laten. Door de wereldwijde schaarste in grondstoffen, investeren rijke Kenianen en grote bedrijven in het recyclen van producten. Het tastbare van dit probleem, de hoge werkloosheid en het lage aantal opgeleiden, maakt dat de Keniaan zich voor de natuur gaat inzetten. Er ontstaan kleine ondernemingen in de sloppenwijk rondom de vuilnisbelt. Afval wordt verzamelt zoals organische stoffen voor compost, plastic, blik, ijzer en andere schare grondstoffen worden gescheiden waar ze voor uitbetaald worden. "Waste is Wealth".
Wie inventief is bouwt een eigen machine of methode om bijvoorbeeld pap uit papier te creëren, waardoor de "omzet" wordt verhoogt. Langzaam wint de welvaart uit recycling terrein op de drugs en criminaliteit.
Het filmpje Trash is Cash is een roadmovie om deze positieve boodschap te verspreiden en de investering van in dit project te stimuleren.

De tweede film gaat over "Slum Upgrading", het opwaarderen van sloppenwijken in Nairobi.
Hiervan bestaan verschillende projecten, elk met een andere aanpak. Maar weinig hebben hier een succes in.
Enkele elementen zijn cruciaal hierin; a) de betrokkenheid van de samenleving, b) de financiering en c) de systematiek in de aanpak.

De betrokkenheid is misschien wel het meest belangrijke element. De mensen die in een sloppenwijk wonen zijn zich niet van bewust hoe gevaarlijk de situatie van een sloppenwijk kan zijn. De bouw is oncontroleerbaar, vaak erg onhygiënisch en instort gevaarlijk. De sloppen zijn een trots van elke eigenaar, bij de sloop zullen ze beledigd zijn. Door kennis te delen en ze te begeleiden door vaklieden kunnen Kenianen zelf aan hun eigen huis bouwen, ze worden beloond met een klein loon en worden leergierig. Uiteindelijk worden ze hierdoor ook enthousiast en trots op hun eigen bouwwerk, een stenen huis. Ze zullen zich ook in andere projecten gaan mengen met de kennis en ervaring die ze op hebben gedaan.

Het systeem heeft een succes doordat de nieuwe woningen kleinschalig binnen in de bestaande sloppenwijken worden gebouwd. Zo hoeven de bewoners niet te verhuizen en ontstaat er een uithangbord voor de rest van de sloppenwijk. De woningen worden in serie gebouwd met een standaard vorm, opbouw en voorzieningen. Iedereen is hierdoor gelijk. Het systeem bied wel de mogelijk tot aanpassing en uitbreiding aan op de gezinssamenstelling, wat vergelijkbaar is met de aanpassing in tijd van Doshi.
De financiering en het plan werd in het begin gesticht door Coopi architecten, een bureau uit Italië.
Zij betrekken de landelijke en lokale overheid en investeren in de kennisoverdracht van lokale projectleiders en architecten. Uiteindelijk moet het project overgenomen worden en zelfstandig door gaan.

Doshi

Het lukte Edwin Lutyens niet om met zijn kennis de Indiase cultuur in de architectuur te vertalen.
Balkrishna V. Doshi is opgegroeid in India en werkte nauw samen met Le Corbusier aan diverse projecten in India. Le Corbosier gebruikte de achtergrond van Doshi om de Indiase cultuur te begrijpen en dat in zijn architectuur te vertalen. Doshi leerde wederzijds weer veel van Le Corbusier en na het vertrek van Le Corbusier ging Doshi verder met ontwerpen in India. Doordat Doshi dichter bij zijn eigen cultuur staat werden veel van zijn projecten een succes. Hierbij kijkt hij naar de bruikbare elementen in de traditionele architectuur en integreert deze elementen in nieuwe en moderne contexten, net zoals zijn voorganger Le Corbusier en Louis Kahn dat deed. De meeste van dit soort projecten zijn low costs woningprojecten die het volk herenigde met traditie, cultuur,betaalbaarheid, functie, klimaat beleving en (voor India) een nieuwe vorm van architectuur. Dit samen is een nieuwe vorm van Humanisme, omdat hij dicht bij zijn cliënten staat. Dit oeuvre werd uiteindelijk beloond met de Aga Kahn Award.

De film die wij bekijken laat een terugblik van Doshi op zijn werken zien, je ervaart Doshi als een "gewoon" mens. Hoe normaal hij is, des te vreemder is het feit dat hij elke woning of gebouw als een tempel aanschouwt. "Every building is a temple of god" Echter begrijp je deze uitspraak als hij dit nader verklaart.
Een Indiër leeft vooral buiten rondom het huis. Net zoals bij een tempel ga je er naar toe om de tempel te gebruiken en te (be)leven. Een gebouw of woning is een ontmoetingsplaats voor de mens, je zou deze ruimten net zo moeten (be)leven als een tempel. Het Indiase leven moet je zien als een reflectie aan een tempelbezoek. Het lichtspel en de oriëntatie is daar een belangrijk onderdeel van. Door de traditionele school hebben de werken van Doshi veel meer ritme en ruimtelijke belevenis. De materialen komen uit de naaste omgeving, de articulatie tussen kleur, beton, baksteen en textuur, net zoals zijn meesters Le Corbusier en Louis Kahn dat deden. De ware aard van het materiaal, zo puur als de verminking bij het gezicht van Louis Kahn.
In India is de cultuur niet gehaast, daardoor hebben zij meer de ervaring van de naaste omgeving, de natuur, het moment. De plaats bied je de kwaliteiten van het leven. Dit alles smelt samen met de functionaliteit in de ontwerpen van Doshi.

"God will play the game, er zijn geen omstandigheden die je moet belemmeren".
Veranderingen en aanpassingen aan gebouwen zijn belangrijk voor de groei en dynamiek in de ontwikkelingen.

Conclusie
Door de warmte en openheid als mens, ontstaat er een transculurele benadering van Doshi.
De goede elementen uit de traditie en de cultuur worden met de kennis en ervaring vanuit de Westerse cultuur samengevoegd tot een nieuwe vorm van Humanisme. De benadering van de persoon in de ruimte en tijd staat in deze cultuur centraal. Hierdoor bereikt Doshi beter het resultaat van een verzoening dan Edwin Lutyens z'n Eurocentrische aanpak.

Edwin Lutyens in India

India was tussen 1858 en 1947 onderdeel van het Brits-Indië, een voormalig kolonie van Engeland.
Ook voordat Engeland het keizerrijk India inlijfde, kende India vele bezetters. Elke bezetter drukte een eigen identiteit in het land, waardoor je veel verschillende invloeden vanuit het geloof, de cultuur en de architectuur daarin terug ziet. Door de verschillende bezettingen, waren er altijd minderheden aanwezig die onderdrukt werden. Deze minderheden zorgden voor veel spanningen in het land.

Het plan van koning George was om de volkeren van het Brits-Indië te verzoenen. Daarin koos hij de architectuur als metafoor voor. In deze visie hoort daarom ook een nieuwe hoofdstad. Calcutta was tot 1912 de hoofdstad en gaf alle invloeden uit het verleden van India bloot . Gebouwen en ruïnes van de heersers symboliseerden de onderdrukking. Andere architectuur in deze stad was de vroeg Engelse Barokke stijl die overheersten uit de begin periode van de kolonie, een kopie van Engelse principes die niet in een verzoenende hoofdstad paste.
De nieuwe hoofdstad zal New Dehli worden. Er werden diverse architecten aangewezen om het plan te verwezenlijken. Omdat er binnen deze architectengroep (the Delhi orde) veel meningsverschillen waren, werd uiteindelijk Edwin Lutyens als master architect aangewezen. De kracht van Edwin Lutyens was, dat hij diverse meningen en verschillen bijeen kon brengen. Dat paste precies in het beeld bij het verzoenen van het rijk.

Edwin Lutyens kwam veel in de hogere kringen van het Engelse rijk. Hij groeide op in Londen en ontwierp grote landhuizen met bijpassende landschapstuinen of transformeerde oude kastelen tot luxe woonorden.. Zijn ontwerpen straalden rustiek uit en bevatte materialen die op de omgeving aansloot. Dit werk was een stuk romantischer en door het gebruik van de mix van stijlen uit de oudheid, was hij een van de grondlegger van de Nieuwe Renaissance.

New Dehli is tussen drie heuvels in gelegen. Het landschap werd gebruikt om te cultiveren net zoals in de periode van de Renaissance en de andere werken, de landhuizen van Edwin Lutyens. New Dehli zou uiteindelijk ook een van de groenste hoofdsteden moeten worden, the Garden City. Grote lanen hebben hierbij een rol en verbinden deze drie heuvels. Alles was zeer groots opgezet, zodat de drie heuvels naar elkaar kunnen uitbreiden. Dit representeert de verandering in tijd en plaats van de Indiaase invloeden.  Kenmerkend is de grote gezaghebbende as, wat dwars door dit plan loopt. Hierboven is het paleis van de Britse onderkoning gelegen met aan weerszijde de twee secretariaten welke door elk bevolkingsgroep wordt vertegenwoordigd. Hierbij wordt de macht van der beschaving door het Britse rijk uitgedrukt. Zij waren immers verder ontwikkeld en waren "in staat" de verschillende culturen te lezen... de belichaming van de hogere Westerse beschaving tegenover dat van het Oosten.
De gebouwen in het plan bevatten een mengeling van alle rijke Indiase stijlen om zo onzijdig mogelijk voor te komen, wel zie je er de heersende symmetrie van de Britse neoclassicistische in terug.
De stad werd gebouwd met een totaal van 29.000 werklui en het plan werd steeds verder uitgebreid.
Het totale plan zou 18 jaar gaan duren, de Eerste Wereldoorlog gaf daar vertraging aan.
Wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd de drang naar onafhankelijk steeds groter.
Uiteindelijk werd India in 1947 onafhankelijk.

Conclusie
Het grootse plan van Lutyens was een goede onderlegger geworden voor het nieuwe India.
De verandering in tijd en plaats vertaald zich tot op heden en de stad New Dehli gedijt zich nog steeds.
Ondanks de grootheidswaanzin, welke te vergelijken is met Albert Speer en Adolf Hitler, lijkt het ontwerp de tijd ver voor zich uit te zijn geweest. Hieruit kunnen we concluderen dat ook Niet-Westerse culturen op eigen krachten groeien. We kunnen ze niet onderdrukken, we kunnen ze echter wel een handreiking geven.
Wanneer we culturen proberen te begrijpen zonder ze te onderdrukken, dan zouden ze beter tot hun recht komen.

donderdag 27 september 2012

Albert Speer

Albert Speer groeide op in een streng en hecht gezin in Mannheim. Hij studeerde aan de universiteit van Karlsruhe en gaf uiteindelijk les aan de hogeschool van Berlijn.
In 1931 raakte Albert Speer erg onder de indruk van Adolf Hitler, tijdens een partijbijeenkomst van de NSDAP. Hitler werd in de economische slechte tijden de populistische spreker van het volk.
Door een strak georganiseerde programma van Goebbels, raakte Hitler aan de macht.

Bij diverse verbouwingen van de NSDAP kwam Adolf Hitler steeds vaker in contact met Albert Speer, waar hij steeds meer interesse voor wekte. Hitler slaagde in zijn jeugdige jaren niet voor de toelatingsexamen als kunstschilder aan de kunstacademie van Wenen en erkende uiteindelijk de kwaliteiten van Albert Speer.


In 1934 gaf Adolf Hitler als Rijkskanselier het eerste opdracht aan Albert Speer. Het werd het congresgebouw voor de NSDAP met een oppervlakte van 16,5 vierkante meter, welke een streng geregisseerd classicistische stijl bedroeg. Dit werd een zodanig succes, dat Adolf Hitler hem uitnodigde om een ontwerp te maken voor het nieuwe Berlijn. Dit Berlijn zou de nieuwe hoofdstad van de wereld moeten worden en werd zeer groot van opzet.

Welthauptstadt Berlin
Albert Speer gebruikte de achtergrond van Adolf Hitler en zijn grootheidswaanzin. Daarvoor nam hij de schetsen van Adolf Hitler zelf. De gebouwen die hij ooit schetste in de periode van voor zijn afwijzing aan de Academie en Wenen.
Ook deze schetsen waren veelal classicistisch en passen in het beeld om van Nazi Duitsland een nieuwe wereldmacht te maken. Hierin stond het klassieke Duitsland centraal, het Duitsland van het superieure Arische ras, waar perfectionisme een grote rol speelde. Dat zie je in de ontwerpen terug, waarin ritme en strakke detaillering mekaar vinden. Vierkante kolommen stonden voor de hiërarchie van het superieure.
Ook het stedenbouwkundig landschap wordt sterk bepaald door de hiërarchie. Zoals een regisseur een film regisseert, daalt men af van het Hauptbahnhof en kijkt men neer op het plan voor het volk.
Bij de grote triomfboog, gaat de helling weer iets omhoog. De triomfboog zuigt je door het landschap naar binnen, waardoor je nieuwsgierig wordt naar het pracht en praal wat daar achter schuilt. Twee grote lanen doorsnijden het landschap richting het nieuwe congreshal. De lanen worden geflankeerd door gebouwen, die ter ere aan de Nazipartij, de SS en andere gerelateerde partijen worden gebouwd. Aan de entree bij het plein van het volk worden de flanken door onder andere het kantoor van de Wehrmacht en de Nieuwe Kanselarij.

De schets van Hitler werd omdoopt tot het grootste gebouw van allen. De Volkshalle, zoals het genoemd werd, zou de voormalige Reichstag in niets doen belanden. De gigantische koepel was de grootste ter wereld en symboliseerde de wereld onder de voeten van het Arische ras (de Adelaar), zoals Adolf Hitler het nieuwe rijk zich voorstelde.

Dit project had een zodanige omvang, dat er speciaal arbeiders werden ingezonden. Deze arbeiders kwamen van de kampen, omdat de bezetting aan het front alle benodigde handen weg nam. De moderne slavernij werd hier geboren.


Opmerkelijk
Na de Tweede Wereld Oorlog werd dit project gigantisch verafschuwd. Zeker als blijkt dat Albert Speer naast zijn werk als architect, ook de minister van bevoorrading en bewapening bleek te zijn. Hij kent alle verantwoordelijkheid en betrokkenheid voor alle bevelen en doden gedurende de oorlog, ook onder zijn bouwprojecten.
De geallieerden probeerden om zo veel mogelijk herinneringen uit de Tweede Wereld Oorlog te vernietigen, zo ook de bouwwerken van Albert Speer. Adolf Hitler wilde na zijn nederlaag sowieso alles vernietigen, hij vond dat het volk  niet langer verdiende te leven.

Irak & Dubai
Herkenbaar in dit verhaal is de grootheidswaanzin en de dictatorschap, die ook de moderne samenleving kent. Gruwelijkheden die worden ontkent of weggedrukt.
Vergelijkbaar zijn de Golfoorlog in Irak en de groei van Emiraat Dubai. Wanneer de dictator Saddam Hoesein wordt ontkroond, worden alle herinneringen aan hem weggehaald.
Wij zien hem als een onderdrukking van zijn eigen volk, terwijl grote delen van dat volk een held in hem zagen. Daarnaast is Irak altijd een belangrijke speler in zijn regio geweest, door het kapitaal wat zij verdienen met olie. Met dat kapitaal investeerde zij in een grote macht.

Ook de Emiraat Dubai heeft veel olie. De prins Dubai wilde het kapitaal van Dubai beter investeren.
Hij investeerde dit in de toerisme en een groot zakencentrum, door een nieuwe wereldstad te bouwen.
Het moest een visitekaartje naar de wereld worden en alles moest groots. Minder vredelievend is, als je bedenkt dat er hiervoor een vorm van slavenhandel wordt gedreven. Mensen uit India worden verleid met een goed salaris en vervolgens wordt hun identiteit ingehouden. Hierdoor hebben zij geen rechten meer en worden zij in goedkope tentenkampen geplaatst. Vervolgens werken zij dag en nacht aan bouwprojecten.


maandag 10 september 2012

The Guardians of the Flutes

De aftrap van Culturalisme begon met de documentaire "The Guardians of the Flutes" van producer Paul Heddisch en anthropologist Gilbert Herdt.
In deze documentaire volgen we het leven, de rituelen en de gewoontes het Samba volkje, wat in de rimboe van Papua Nieuw Guinea woont.





Het Samba-dorp
Het dorpje van de Samba bestaat uit een cluster kleinschalige bouwwerken (hutten) en diverse paden.
De hutten bestaan uit materialen uit de omgeving, zoals bamboe en riet en staan ongeveer om een centraal punt. Het centraal punt is de plaats waar alle paden samen komen en waar zich de mannelijke hut bevindt. De mannelijke hut is waar het dorpshoofd de dorpsraad houd en waar geen vrouwen zijn toegestaan. In alle hutten bevindt zich een afzonderlijke "ruimte", waar de man zich kan terugtrekken van het gezin of waar hij slaapt. Wanneer de vrouw deze ruimte betreed, wordt de vrouw als een vloek gezien.
Deze twee scheiding wordt vanuit de jeugd aangeleerd.
De jongens slapen tot een zekere leeftijd bij hun moeder en zoeken op ingeving uiteindelijk de mannelijke kant op. Wanneer de zoon des huizes de mannelijke zijde opzoekt, betekent dat hij klaar is om "man" te worden, waar toepasselijke rituelen voor zijn.
Ook de paden in het dorp bestaan uit mannelijke paden en onzijdige paden. De mannelijke paden leiden naar het jachtgebied of naar de rand van het dorp om het dorp te kunnen verdedigen.

Het man worden
Het man worden van een jongen wordt ingewijd door een ritueel.
Na een afscheidsmaal samen met hun moeder, verlaten de jonge jongens samen met de andere mannen het dorp. De rituelen staan allemaal in het teken om te overleven en wordt afgenomen door middel van een soort "Bootcamp". Met de "Bootcamp" onderstaan de jongens doorproevingen zoals; uithoudingsvermogen, pijniging en vernedering (barbaars). Samen leggen de jongens lange afstanden af, worden geslagen met stokken en takken, geprikt door de meest stekelige planten en zuigen ze aan een oudere fallus om sterker te worden.

Uiteindelijk worden ze als mannen feestelijk onthaald in het dorp en krijgen ze gestolen vrouwen vanuit een ander dorp, als beloning, aangeboden.
Samen beginnen zij de avond op orale wijze voor de vrouw (wat goed is voor de vrucht) en verwekken uiteindelijk het kind met de lusten door lang oponthoud.

Westerse invloeden
Langzaam wordt er uit de schaamte van de diverse interviews bekend, dat de Westerse invloeden het dorp zijn doordrongen. Deze Westerse invloeden komen uit de perioden dat Missionarissen diverse posten in inheemse gebieden bouwden (Eurocentrisch), om hun geloofsovertuiging en cultuur over te brengen. Uit behoud van hun cultuur worden trots de tradities verteld. Weliswaar erg open, maar met het besef dat wij dingen anders zien (transcultureel), ontstaat er dat schaamtegevoel. Met name op seksueel vlak.
Wanneer de mannelijke persoon uit de documentaire vertelde over het oraal bevredigen van de dorps ouderen, is hij wat ingetogen. Daarnaast heeft hij het moeilijk doordat hij bij het ritueel lang van zijn moeder was gescheiden. De camera zoomt hierbij wat in.
Verder hebben de dames in het dorp ook moeilijk gehad met hun eerste mannelijk contact.
Vreemd genoeg hebben zij het minder moeilijk met het feit dat zij min of meer voorbestemd het huwelijk betreden.

Verandering
Het heeft even getuurd, maar de Westerse invloeden treden het dorp wel binnen.
Niet alleen de kleding, maar ook hun gewoonten veranderen.
Tegenwoordig zoeken de jongeren van het Samba dorp zelf hun liefde op, net als wij dat doen.
Tot grote spijt van de ouderen  hebben de jongeren geen controle meer op hun lusten, regelmatig wordt er nu een vrouw van een ander of een meisje verkracht (particulariteit). Ook de huizen veranderen, de ruimtes zijn niet meer gescheiden en ook in het dorp leeft men nu met elkaar.

Samenvatting
Uit deze documentaire kun je concluderen dat het Samba volk langzaam transformeert door de invloeden van het Eurocentrisme, die wij met de Missionarissen en Koloniën brachten.
Door middel van het relativeren wat dat betekent voor deze inheemse dorpen, probeert men deze dorpen zo veel mogelijk in hun waarden te laten als cultureel erfgoed in het multiculturalisme. Uiteindelijk brengt de particulariteit van het individu alsnog delen van het Eurocentrisme en wordt er een balans gemaakt tussen barbarij en het relationele, waardoor er uiteindelijk een universele beschaving zal ontstaan.



Begrippen

Begrippen week 1

Transculturalisme: Hierbij leven culturen samen.
Het leren begrijpen van een andere culturen buitenom je eigen culturele waarde staat hierin centraal.

Multiculturalisme: Verschillende culturen en stromingen leven hierbij naast elkaar.
Elke cultuur behoud zijn of haar eigen waarde en beinvloeden mekaar niet.

Eurocentrisme: De Europese cultuur heeft zich verspreid door de Europese reislust en de welvaart uit het verleden. Vanuit het centrisme staat de Europese cultuur centraal en wordt in andere culturen opgelegd als leidende cultuur.

Relativisme: Elke cultuur heeft het recht om zijn of haar levenswijze te volgen, hun eigen waarden en normen blijven leidend.

Particularisme: Hierin wordt de onderscheid gelegd tussen Nature and Nurture, de invloeden van culturen binnenuit of van culturen buitenaf met betrekking tot het individu. Je eigen persoonlijkheid heeft hierin een grotere rol (Nature) dan de invloeden van buitenaf (Nurture).

Universalisme: Het unversalisme zoekt naar een gemeenschappelijke waarde in alle culturen en stelt deze als leidend.

Barbarij: Culturen die niet begrepen wordt vanuit de eigen cultuur, waarbij optiek en ethiek een rol spelen.