woensdag 30 januari 2013

Tropismen: Metaforische animatie en architectuur


NAi Uitgevers
-Ton Verstegen-

Tropisme of tropie stamt van het Griekse woord tropos of trope, wat wending betekend.
Het is de studie naar verandering of verplaatsing  van organismen (planten, bacteriën en dieren) onder het invloed van zwaartekracht (geotropisme), licht (fototropisme), water (hydrotropisme) of elektriciteit (elektrotropisme). Tropisme is een metafoor voor beweging. In de Griekse filosofie wordt deze metafoor ook gebruikt voor het onverklaarbare, de verklaring voor de veranderingen waar geen rationele verklaringen voor zijn. Binnen de cultuur wordt deze metafoor gebruikt om sociaal maatschappelijke veranderingen bij beeld te noemen.
Een andere verklaring voor de trope is dat wat alle onbekende en unheimliche verbindt met al het bekende.

De Italiaanse filosoof Giambattista Vico beschreef het als “begrijpen” vanuit vier mastertropes: metafoor, metonymie, synechdoche en ironie.
Donder wordt bijvoorbeeld gebruikt als metafoor voor de luidruchtige schreeuw, waarbij gevoel en passie deze versterken. Natuurkrachten worden vaker als metafoor gebruikt.
Metonymie geeft, pars pro toto, de menselijke oorzaak van deze donder, de woede, een over treffelijke trap; de god van de donder. Synecdoche belichaamt de verbeeldingen in de goden.
De ironie geeft ons de kloof van waarheid en de expressie weer, de letterlijke of figuurlijke betekenis.
De relatie tussen deze vier mastertropes is een cyclus met het bewustwording dat we tevergeefs  werelden pogen te begrijpen. De tropistische uitspraken die we doen zijn de subjectieve verbuiging van een waarheid (zekerheid, gewoonte of traditie). We pogen deze waarheid een naam en plaats te geven.

Hierdoor spreken we niet als een metafoor welke een interactie of spanning tussen twee tegenpolen  creëert, maar creëert nieuwe overeenkomsten. Deze metafoor bepaalt hierdoor een richting van de veranderingen of verplaatsing, de vectoren. Oude processen worden verworpen of verdrongen, acceptatie bied nieuwe mogelijkheden. Hiervoor zijn duidelijke overtuigingskrachten voor nodig, binnen het spanningsveld van aantrekkingskracht. Spanningsvelden door veranderingen.

Binnen de architectuur bevindt zich deze spanningsvelden op verschillende vlakken. De spanningsvelden binnen de schoonheid, harmonie, orde en het functionele bepalen de sublimiteit.
Doelmatigheid, werk, efficiëntie, de zakelijkheid van het dagelijks leven resulteren bij functionalisten vaak in vlakke vormen, rechte lijnen uniformiteit en regelmaat. Echter wil het oog ook wat.
Zo komt William Hogarth bij de s-line, de serpentine line of beauty, als ideaalbeeld. Deze studievorm is later uitgebreid naar de houdingen en bewegingen van het lichaam. Het lichaam fungeert uiterst praktisch, maar heeft ook kenmerken van elegantie in dans aanwezig.
Echter erkende hij ook de doelmatigheid van een gebogen lijn, de stroomlijn, bij het jagen en sporten, wat van oorsprong ook op het efficiëntie en het praktische beruste. Een fysieke krachtmeting is gesublimeerd tot een schoonheidsideaal.

Ben van Berkel en Caroline Bos van UN Studio beschouwen de ontwerper als een van de spelers in een spel van mobiele krachten. In dit spel onderscheiden zij een autonome (fysiologische) en een functionele (politieke) dimensie. Het autonome spel beheerst de kunst en erotiek (het sacrosancte).
Het functionele spel kadert de grenzen doormiddel van de techniek, ecologie, economie en uitvoerbaarheid van het autonome en zorgt dat men niet te ver doorschiet  in het experimentele gedrag. Lust voor het oog.


 “In dit stuk wordt de Erasmusbrug als voorbeeld gegeven. De zwanenhals is hier het maximum, de elegantie. Helaas laat het ontwerp voor het station van Arnhem hier de keerzijde van zien, een kostbaar project.”

Hierboven wordt het spanningsveld goed weerschreven. Een spanningsveld bevat positieve en negatieve polen. Zo wordt er beschreven dat er altijd een keerzijde is. Een stad wat gedijt in luxe, het vertier... er is altijd misdaad, prostitutie en armoede. In de luwte van de welvaart heerst altijd de armoede. De stad ontkiemt zich dan als een bacteriële monster. In de schaduwzijde spreekt vaak ons de verbeelding, die als een metafoor ons een beeld vormt. (fragment SCAM CITY) Wanneer ons de verbeelding spreekt, treed ons relativeringsvermogen in werking. Het relativeringsvermogen komt tot stand bij angsten als een onbewuste beweging op onze overlevingskansen. Zo lezen we in het verhaal van Allan Poe hoe een zeeman zich van een waterkolk wist te ontsnappen. Door zijn angsten ontstond zijn relativeringsvermogen welke hem de verbeelding sprak om op een ton te springen. Het schip is zwaarder en zakte sneller naar de kolk dan al de andere spullen in zee. Door het superieure verstand van de zeeman, wist hij de natuurkrachten van de  "maelstrom" te overleven.


Natalie Sarraute beschrijft Tropismen, de gemeenschapsruimte, als overwoekert. Wij praten met elkaar en gebaren ons in de openbare ruimten, we mengen ons in de conversaties. Om ons tot een groep te behoren, passen wij ons aan de menigte. We nemen de gewoontes over, we kopiëren ons gedrag van anderen.  Deze kenmerken worden vergeleken met de metamorfoses plooibaarheid en elasticiteit. Afweer tegen een ander, een groep of een beweging maakt van ons individu, verstart ons en maakt ons rotsvast. We keren met onze gedachten naar binnen als een gas in een drukvat.

Mensen zijn in het alledaagse verbonden met elkaar en met de omgeving. Een wisselwerking van wat borrelt als een geiser of stroomt, vloeit en versteent als een lavastroom. De benamingen hiervoor zijn “woordmonumenten” geworden zoals; liefde, vriendschap en haat.
We vertolken ons met lichaamstaal en emoties zoals; intonaties, aarzelingen, blikken, etc.
In de schilderkunst wordt dit vorm gegeven met het fenomeen montage vastgelegd in ruimte en tijd.

Kort op het Culturalisme samengevat, geeft deze studie van Tropismen een metafoor (vormentaal) die is ontstaan door het aanschouwen en begrijpend te neerschrijven wat de processen vanuit de natuur zijn. We verklaren deze processen en proberen ze te begrijpen met wat wij kennen en wat wij niet geheel kennen vanuit de biologie, de natuurkunde, de filosofie, psychologie, esthetiek, de ambacht en de literatuur. De processen weerspiegelen in de architectuur een reflectie op de sociaal maatschappelijke thema's, veranderingen en de zoektocht naar schoonheid binnen diverse dynamische spanningsvelden. 

De BLOB architectuur krijgt in het boek vorm vanuit de spanningsvelden binnen de natuurkundige dynamica en de veranderingen daarin. De spanningsvelden staan voor alle processen die binnen het ontwerp aanwezig zijn. De Spiraal is een contentieuze beweging wat zich een spel tussen binnen en buiten vormt en waar de omgeving naar binnen draait. Een andere contentieuze beweging binnen de architectuur is de band van Moebieus. Deze beweging is cyclisch en wordt in de dynamica weergeven als trajecten op een torus (een wiskundige band). In het Moebiushuis van UN Studio is het Moebiusdiagram tot een metaforische looping gevormd, die het spel tussen privé en niet-privé vertolkt. Een andere vorm die we uit de architectuur kennen is Folding. In dit geval zorgen de spanningsvelden voor plooien en vouwen, die hier voor de vormgeving zorgen. Folding en de band van Moebieus is het handelsmerk van UN Studio.