Documenta 11_Platform4
-Okwui Enwezor,
Charlos Basualdo, Ute Meta Bauer, eva-
De aanslagen van 11 september 2001 hebben de blik op de wereld doen veranderen. De westerse wereld globaliseerd in een rap tempo en men was niet bewust welke kloof er met andere landen en culturen ontstond. Met name de relatie van de westerse landen tussen de islamitische landen stond onder druk.
Verschillende initiatieven van over de wereld kwamen bij elkaar en organiseerden een debat op de democratische, juridische, culturele en de religieuze aspecten van de wereldwijde veranderingen, Documenta 11. Om een beeld te creëren hoe de Afrikaanse steden zich ontwikkelen onder de globalisering, is er een selectie van vier steden gekozen; Freetown, Johannesburg, Kinshasa, Lagos. Dit zijn vier steden uit het voormalige koloniale tijdperk. Hierdoor hebben zij een referentiepunt vanuit het (geordende) modernisme.
Opmerkelijk is dat de gemiddelde Afrikaanse stad sinds het koloniale tijdperk met zevenvoud zijn gegroeid.
Dit brengt een heleboel maatschappelijke vraagstukken met zich mee.
Met een kritische blik wordt er in Documenta 11 met allerlei verschillende disciplines naar het probleem gekeken. De oplossing zal zich bevinden in een interdisciplinaire relatie tussen het hedendaagse probleem van ruimte en het maatschappelijk politieke probleem van de toekomst, wat een breder publiek domein bereikt. Het overweegt om het probleem op een radicale wijze te overzien, wat tot een radicale oplossing komt.
Het zichtbare en het onzichtbare
De eerste verbeelding beschrijft Lagos, welke op een brak en ondiepe lagune bevindt. Verschillende kanalen behoed de stad van overstromen. Deze wateren zijn ook ideaal voor de waterhyacint, die zich geruisloos in het water gedijt. Eind 2002 deed zich een verschrikkelijke ramp voor. Ruim 2.000 mensen werden bedreigd door de explosie bij een wapenopslag. Mensen raakten op de vlucht en in paniek zagen zij de voltallige waterhyacint voor land aan. Mensen liepen het kanaal in en raakten verstrikt in de waterplanten. Mensen verdronken hun dood of raakten vergiftigd van de zware industriële vervuiling.
De vergelijking hier wordt met menig Afrikaanse stad gelegd. Mensen trekken naar de stad in de hoop een baan te vinden. Onderdak is een levensbehoefte en door de hoge kosten, belanden zij in de sloppenwijken.
Net zoals de waterhyacint gedijen de sloppenwijken gestaag, maar zijn ongeordend en oncontroleerbaar.
De overheden zijn het overzicht kwijt en de politiek heeft door hun belangen geen interesse in verbetering.
Dit is een gevaar op o.a. gezondheid, welzijn en brandveiligheid.
Binnen de verstedelijking van Afrika heerst een aanhoudelijke spanning tussen de mogelijkheden en de passende vormen van sociale relaties. Door intensieve sociale samenwerkingen tussen formele en informele bestuursgroepen wint men geleidelijk het gezag terug. Hierbij wordt ingespeeld op het sociale bewustzijn van een grotere wereld. De belangen bevinden zich niet alleen binnen de stadsgrenzen plaats maar ook daarbuiten. Duurzaamheid is hier een voorbeeld van. De stedelijke Afrikanen zijn hiermee in beweging gezet, zien hun kansen en nemen het initiatief binnen hun wijken, binnen hun steden of tussen steden onderling. Bewoners moeten inzien dat de verslechtering van de stedelijke condities, de afstand met de kracht van opportunisme niet groter wordt en dat ontwikkelingshulp de enige uitweg is. Er zijn nog volop mogelijkheden in het publiekelijk domein waar nog volop aan gewerkt kan worden. De bewoners van de stad zijn zelf de verbinding tussen de verschillende lagen binnen het publiekelijk domein. (zie ook Trash is cash in Kenia)
Orde en wanorde
De angst voor de ongecontroleerde groei en de politieke veranderingen, de wens voor een bevorderlijke en efficiënte bedrijvig-/ gezondheid, het tot stand brengen van een verantwoordelijke politieke systemen en het beschermen van koloniale en postkoloniale regimes, is er gepoogd via institutionele systemen van politieke vertegenwoordigingen en de landelijke overheid om te gaan met deze stedelijke ontwikkelingen.
De conventionele theorieën van deze politieke systemen kwamen echter, op stedelijk en nationaal niveau, onder druk te staan. De stedenbouwkundige verkaveling, gebaseerd op het privaatrecht, weerstond de snelle demografische groei van de steden niet en zijn essentieel voor de fundamentele staatsrechtelijke systemen.
De staatsrechtelijke systemen uit het koloniale tijdperk zijn hierdoor ongepast en onrealistisch in het hedendaagse Afrika. In de praktijk werkt de gebruikelijke grondexploitatie niet en wordt wet en regelgeving niet nageleefd. Deze situatie zijn in sommige gevallen chaotisch, ook de politieke stelsels, de sociale stelsels en van autoriteiten zijn onvertrouwelijk. De politieke stelsels, de sociale stelsels en de stelsels van autoriteiten stammen af van het Westerse beeld uit het laatste decennia, om de orde te handhaven. Afrikanen leefden in ondergeschikt van de Westerse wereld. De oude stelsels worden nog steeds als onderdrukt beschouwd voor welvaart, vooruitgang en zelfstandigheid.
De verkaveling van Afrikaanse privé eigendommen is echter wel geaccepteerd als rijkdommen binnen welvaart. Nu er kansen ontstaan voor de individuele Afrikaan wint het verkavelingsaspect als kennis zijn terrein terug in formele wet en regelgeving.
Steden tonen meerdere conflicten/ spanningsvelden (zie Tropismen) op sociaal, maatschappelijk, demografisch en politiek gebied. Door openlijk inzicht te geven in politieke praktijken, eigendomsrechten en de processen van ruimtelijke ordening kan er in de toekomst steeds meer begrip worden gevonden. Het zal een theoretisch en juridisch vormen om in alle openheid nieuwe wetten en regels te creëren. Dit is een nieuwe vorm van democratische betrokkenheid, waar verantwoording terug wordt gegeven. Deze vorm zou structureel onder ieder bewind aanwezig moeten zijn. Zo winnen de armen democratisch een stem op de politieke meerderheid.
Conclusie
De ontwikkelingen van de Afrikaanse steden zijn explosief. Oude politiek uit de liberale gedachten van het Westen onderdrukken de ontwikkelingen en het zelfbewustzijn van deze steden. De Afrikanen globaliseren zich door hun kansen in voor en tegenspoed, hun zelfbewustzijn, waaronder de steden verder groeien. Door de betrokkenheid ook op het gebied van politiek en wet- en regelgeving, ontstaat er een nieuwe passende democratie. De transculturale overdracht uit het koloniale tijdperk was een goede basis voor deze democratie. De weg van transculturalisme was al ingeslagen, hierop wordt voortgeborduurd. Met particuralisme als basis vond men het universalisme, het gemeenschapsbelang. Met project participatie, speelt stedenbouw en architectuur een rol om deze boodschap over te brengen.