Critical Regionalism in the age of Globalization
-Alexander Tzonis, Liane Lefaivre and Bruno Stagno-
Naast het Westen en het Afrikaanse continent, is er sprake van globalisatie binnen in de tropen. Steden als Jakarta, Rio de Janeiro, Singapore en Bangkok zijn voorbeelden van grote steden die zich alsmaar gedijen en gelegen zijn in de tropen. Uit ervaring is gebleken dat de meeste architectuur geen relatie met haar omgeving vind, ze worden afgestoten door de plaatselijke bevolking en verloederen met de tand des tijds. De globale en grootschalige stedenbouwkundige projecten uit de voormalige koloniën zijn in conflict met de maatschappelijke en politieke veranderingen van deze steden. Ook de kleinere satellietsteden van deze reuzen zijn onder invloed van de globalisering.
In het boek wordt beschreven wat de beste aanpak is om architectuur passend aan gemeenschappen te krijgen. De traditie van bouwwerken uit de tropen liggen in de tropen zelf. Elke cultuur beheerst hun eigen vakmanschap die van generatie op generatie zijn doorgegeven. Deze eigenschappen van het bewerken van de materialen uit de tropen, hout of bamboe, zijn niet algemeen bekend en vaak binnen de gemeenschappen bewaard gebleven. Het vakmanschap berust zich op identiteit. Men is vervreemd wanneer men zich niet met het bouwwerk kan identificeren.
De meeste architecten geloven in een universeel ontwerp. Een universeel ontwerp hoeft zich niet te vervreemden van de omgeving. Door inzicht te krijgen op de belevingswereld van deze gemeenschappen, krijgt met inzicht op de verschillende ambachten binnen deze gemeenschappen. Technieken van houtbewerken, riet knopen en kleur belevenis zijn essentieel. Door de gemeenschap te betrekken, kunnen ook lokale technieken bij het ontwerpen gebruikt worden. Zo kunnen ze zelf aan het project meebouwen, waardoor het ontwerp een extra beleveniswaarde krijgt. De combinatie van nieuwe technieken geeft hierdoor de kennis van deze technieken en veranderen de gewoonten. Voor een stam kan zo het gebruik van urinoirs een totaal nieuwe belevenis zijn. Hygiëne wordt zo bevordert.
Er wordt daarom ook voorgesteld om een maand met de gemeenschap samen te leven om kennis en ervaring te delen alvorens men gaat ontwerpen. De verwijzing wordt hier gelegd naar de klassieke oudheid, waar bouwwerken feilloos in hun omgeving opgaan en ze een tijdloze waarde geven.
Conclusie
Van mij berust deze tekst op een zekere logica.
Het is vreemd dat wij, als buitenstaander, iets willen ontwerpen in een voor ons vreemde omgeving.
We hebben niet de kennis van een dergelijke gemeenschap op afstand. Maar we kunnen ze wel zodanig beïnvloeden, dat ze zich van hun eigen wereld vervreemden. Ook zij hebben behoefte aan identiteit, net zoals wij dat hebben. Een goed voorbeeld van universalisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten