NAi Uitgevers
-Ton Verstegen-
Tropisme of tropie stamt van het Griekse woord tropos of
trope, wat wending betekend.
Het is de studie naar verandering of verplaatsing van organismen (planten, bacteriën en dieren)
onder het invloed van zwaartekracht (geotropisme), licht (fototropisme), water
(hydrotropisme) of elektriciteit (elektrotropisme). Tropisme is een metafoor
voor beweging. In de Griekse filosofie wordt deze metafoor ook gebruikt voor
het onverklaarbare, de verklaring voor de veranderingen waar geen rationele
verklaringen voor zijn. Binnen de cultuur wordt deze metafoor gebruikt om
sociaal maatschappelijke veranderingen bij beeld te noemen.
Een andere verklaring voor de trope is dat wat alle
onbekende en unheimliche verbindt met al het bekende.
De Italiaanse filosoof Giambattista Vico beschreef het
als “begrijpen” vanuit vier mastertropes: metafoor, metonymie, synechdoche en
ironie.
Donder wordt bijvoorbeeld gebruikt als metafoor voor de
luidruchtige schreeuw, waarbij gevoel en passie deze versterken. Natuurkrachten
worden vaker als metafoor gebruikt.
Metonymie geeft, pars pro toto, de menselijke oorzaak van
deze donder, de woede, een over treffelijke trap; de god van de donder.
Synecdoche belichaamt de verbeeldingen in de goden.
De ironie geeft ons de kloof van waarheid en de expressie
weer, de letterlijke of figuurlijke betekenis.
De relatie tussen deze vier mastertropes is een cyclus
met het bewustwording dat we tevergeefs werelden pogen te begrijpen. De tropistische
uitspraken die we doen zijn de subjectieve verbuiging van een waarheid
(zekerheid, gewoonte of traditie). We pogen deze waarheid een naam en plaats te
geven.
Hierdoor spreken we niet als een metafoor welke een
interactie of spanning tussen twee tegenpolen creëert, maar creëert nieuwe overeenkomsten.
Deze metafoor bepaalt hierdoor een richting van de veranderingen of verplaatsing,
de vectoren. Oude processen worden verworpen of verdrongen, acceptatie bied
nieuwe mogelijkheden. Hiervoor zijn duidelijke overtuigingskrachten voor nodig,
binnen het spanningsveld van aantrekkingskracht. Spanningsvelden door
veranderingen.
Binnen de architectuur bevindt zich deze spanningsvelden
op verschillende vlakken. De spanningsvelden binnen de schoonheid, harmonie,
orde en het functionele bepalen de sublimiteit.
Doelmatigheid, werk, efficiëntie, de zakelijkheid van het
dagelijks leven resulteren bij functionalisten vaak in vlakke vormen, rechte
lijnen uniformiteit en regelmaat. Echter wil het oog ook wat.
Zo komt William Hogarth bij de s-line, de serpentine line
of beauty, als ideaalbeeld. Deze studievorm is later uitgebreid naar de
houdingen en bewegingen van het lichaam. Het lichaam fungeert uiterst
praktisch, maar heeft ook kenmerken van elegantie in dans aanwezig.
Echter erkende hij ook de doelmatigheid van een gebogen
lijn, de stroomlijn, bij het jagen en sporten, wat van oorsprong ook op het efficiëntie
en het praktische beruste. Een fysieke krachtmeting is gesublimeerd tot een
schoonheidsideaal.
Ben van Berkel en Caroline Bos van UN Studio beschouwen
de ontwerper als een van de spelers in een spel van mobiele krachten. In dit
spel onderscheiden zij een autonome (fysiologische) en een functionele (politieke)
dimensie. Het autonome spel beheerst de kunst en erotiek (het sacrosancte).
Het functionele spel kadert de grenzen doormiddel van de
techniek, ecologie, economie en uitvoerbaarheid van het autonome en zorgt dat
men niet te ver doorschiet in het
experimentele gedrag. Lust voor het oog.
Hierboven wordt het spanningsveld goed weerschreven. Een
spanningsveld bevat positieve en negatieve polen. Zo wordt er beschreven dat er
altijd een keerzijde is. Een stad wat gedijt in luxe, het vertier... er is altijd
misdaad, prostitutie en armoede. In de luwte van de welvaart heerst altijd de
armoede. De stad ontkiemt zich dan als een bacteriële monster. In de schaduwzijde spreekt vaak ons de verbeelding, die
als een metafoor ons een beeld vormt. (fragment SCAM CITY) Wanneer ons de verbeelding spreekt, treed ons relativeringsvermogen in werking. Het relativeringsvermogen komt
tot stand bij angsten als een onbewuste beweging op onze overlevingskansen. Zo lezen
we in het verhaal van Allan Poe hoe een zeeman zich van een waterkolk wist te
ontsnappen. Door zijn angsten ontstond zijn relativeringsvermogen welke hem de
verbeelding sprak om op een ton te springen. Het schip is zwaarder en zakte
sneller naar de kolk dan al de andere spullen in zee. Door het superieure verstand
van de zeeman, wist hij de natuurkrachten van de "maelstrom" te overleven.
Natalie Sarraute beschrijft Tropismen, de
gemeenschapsruimte, als overwoekert. Wij praten met elkaar en gebaren ons in de
openbare ruimten, we mengen ons in de conversaties. Om ons tot een groep te behoren,
passen wij ons aan de menigte. We nemen de gewoontes over, we kopiëren ons
gedrag van anderen. Deze kenmerken
worden vergeleken met de metamorfoses plooibaarheid en elasticiteit. Afweer
tegen een ander, een groep of een beweging maakt van ons individu, verstart ons
en maakt ons rotsvast. We keren met onze gedachten naar binnen als een gas in
een drukvat.
Mensen zijn in het alledaagse verbonden met elkaar en met
de omgeving. Een wisselwerking van wat borrelt als een geiser of stroomt, vloeit
en versteent als een lavastroom. De benamingen hiervoor zijn “woordmonumenten”
geworden zoals; liefde, vriendschap en haat.
We vertolken ons met lichaamstaal en emoties zoals;
intonaties, aarzelingen, blikken, etc.
In de schilderkunst wordt dit vorm gegeven met het
fenomeen montage vastgelegd in ruimte en tijd.
Kort op het Culturalisme samengevat, geeft deze studie van Tropismen een metafoor (vormentaal) die is ontstaan door het aanschouwen en begrijpend te neerschrijven wat de processen vanuit de natuur zijn. We verklaren deze processen en proberen ze te begrijpen met wat wij kennen en wat wij niet geheel kennen vanuit de biologie, de natuurkunde, de filosofie, psychologie, esthetiek, de ambacht en de literatuur. De processen weerspiegelen in de architectuur een reflectie op de sociaal maatschappelijke thema's, veranderingen en de zoektocht naar schoonheid binnen diverse dynamische spanningsvelden.
De BLOB architectuur krijgt in het boek vorm vanuit de spanningsvelden binnen de natuurkundige dynamica en de veranderingen daarin. De spanningsvelden staan voor alle processen die binnen het ontwerp aanwezig zijn. De Spiraal is een contentieuze beweging wat zich een spel tussen binnen en buiten vormt en waar de omgeving naar binnen draait. Een andere contentieuze beweging binnen de architectuur is de band van Moebieus. Deze beweging is cyclisch en wordt in de dynamica weergeven als trajecten op een torus (een wiskundige band). In het Moebiushuis van UN Studio is het Moebiusdiagram tot een metaforische looping gevormd, die het spel tussen privé en niet-privé vertolkt. Een andere vorm die we uit de architectuur kennen is Folding. In dit geval zorgen de spanningsvelden voor plooien en vouwen, die hier voor de vormgeving zorgen. Folding en de band van Moebieus is het handelsmerk van UN Studio.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten